24 Een zeemmolen bij de korenmolen in het dorp Apeldoorn
Geschiedenis van de molen
In 1656 blijkt er een volmolen te liggen bij of boven de Apeldoornse korenmolen op de Grift. Deze korenmolen wordt al in 1335 vermeld.
In 1657 heeft Diderick van Stepraedt, heer tot Indornick en Loo, "synen vulmuelen tot Apeldoorn” voor drie jaar verpacht aan Willem Bongaerts, Frans de Wilde en Coenraet Bernts.
Willem Bongaerts (Bongart, Bongers) en consorten willen de molen exploiteren als "seemsmolen”.
In 1659 komt er ene Hendrick Wijers bij en wordt op het Oude Loo een overeenkomst voor 6 jaar gesloten tussen Van Stepraedt en de 4 pachters.
Het bedrijf gaat slecht en in 1663 proberen de pachters van de huur ontslagen te worden. Het komt tot een rechtszaak en Johan van Stepraedt laat op de bezittingen van de zeembereider Willem Bongaerts beslag leggen. Bongaerts weet echter borgen voor zijn schulden te vinden en zet de zaak warschijnlijk alleen voort.Toch blijkt het leermolentje enige tijd later in verval geraakt te zijn.
De molen was gesitueerd bij de korenmolen aan de Brink, de latere Geurtsmolens.
Hardonk heeft die molen met nr. 14 op zijn kaart aangegeven.
Voor meer gegevens over de positie van de molen en dergelijke zie paragraaf 11a De Monikhuizerkoren- en oliemolens op de grift te Apeldoorn.