Een biografie over de Apeldoornse historicus Reinier Hardonk

De historicus waar deze biografie over gaat is Reinier Hardonk. Veel Apeldoorners zullen zijn naam nooit gehoord hebben maar hij is van groot belang geweest voor de geschiedschrijving van Apeldoorn.

 h01  Hardonk jong

Dat hij belangrijk geweest is blijkt onder andere uit het feit dat er een straat naar hem is genoemd, namelijk de Hardonkhof, een zijstraat van de Loolaan.

Zelf heb ik de man helaas nooit ontmoet. Althans niet bij mijn weten. Wel was hij een aantal jaren mijn buurman in de Moeflonstraat. Ik zal te jong geweest zijn om hem opgemerkt te hebben al was hij door zijn handicap, een klompvoet (vroeger ook wel horrelvoet genoemd), wel iemand die door zijn manier van lopen moet zijn opgevallen.

De aanleiding om deze biografie te schrijven was onze gemeenschappelijke interesse in de Apeldoornse sprengenbeken en de watermolens.

Hardonk heeft, naast enkele artikelen, in 1968 zijn grootste levenswerk uitgebracht namelijk het boek ‘Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers’. Een fantastisch gedetailleerd boek over alle watermolens in Apeldoorn en de omliggende dorpen. Dat boek werd en wordt door velen, en ook door mijzelf, als basis gebruikt voor latere boeken en artikelen.

Veel Apeldoorners kennen wel een door hem gemaakte foto, vanuit zijn voormalige huis, op de hoek van de Korenstraat en de Hoofdstraat, waarop Canadese tanks in 1945 door de Deventerstraat optrekken. Hardonk heeft ontelbare foto’s gemaakt waaronder deze hele bijzondere.

 h02 canadezen Hardonk

Bevrijding van Apeldoorn. De eerste Canadese tanks op de Deventerstraat richting Hoofdstraat. 17-04-1945 R. Hardonk.

Tijdens de tweede wereldoorlog heeft hij ook een gedetailleerd dagboek bijgehouden. Dat is samen met dagboeken en notities van andere Apeldoorners bewerkt. Het resultaat biedt een indrukwekkend tijdsbeeld.

Een ander bijzonder meesterwerk is de, enige tijd geleden, verzamelde geschiedenis van Apeldoorn van 792 tot 1675. Vanwege tijdsgebrek heeft hij dat werk helaas niet af kunnen maken maar het is door Cor Tijink en Peter Rouwenhorst, beide werkzaam geweest in het CODA archief, bewerkt en toch gepubliceerd.

Deze man heeft ontzettend veel archiefonderzoek gedaan en zijn verzameling van getranscribeerde documenten is gelukkig bewaard gebleven.

In deze biografie zal daar uitgebreid uit geput worden.

N.B. Voor zover niet anders vermeld zijn alle foto’s en andere afbeeldingen in deze biografie afkomstig uit het archief nr. 159 Collectie R. Hardonk of van ondergetekende.

Henk Weltje
Apeldoorn 6 september 2022

 

Geboorte, opleiding

Reinier Hardonk werd op 11 november 1898 te Apeldoorn als tweede zoon geboren uit het tweede huwelijk van zijn vader. Die heette Laurens Johannes Hardonk en was geboren te Deventer op 18 april 1858 en overleed te Ermelo op 1 januari 1934. Zijn tweede vrouw, en dus de moeder van Reinier, was Jacomina Johanna van Gerrevink geboren op 1 juni 1869 te Apeldoorn en overleed op 21 juni 1927 te Apeldoorn. Er waren in totaal 3 zoons uit dit huwelijk, Martinus, Reinier en Laurens Johannes. Reinier zou zijn broers lange tijd overleven. Uit het eerste huwelijk met Gerarda Wilhelmina Holterman kwamen twee dochters Louisa en Wendelina die beide kort na elkaar op jonge leeftijd (respectievelijk in 1905 en 1904) overleden .

Reiner was nog jong maar oud genoeg om het overlijden van zijn twee stiefzusjes bewust meegemaakt te moeten hebben.

 h03 1 P1060373h03 2 P1060373   Copy

Laurens Johannes Hardonk en Jacomina Johanna van Gerrevink.

Er is zeer weinig bekend over de kinderjaren van Hardonk. Het is zelfs niet bekend welke school hij heeft bezocht.
Reinier heeft weliswaar onderzoek gedaan naar de Koningsschool aan de Loolaan maar de naam Hardonk komt niet in de leerlingen lijsten van die school voor.

Zijn jongere broer Laurens Johannes Hardonk (geb. 15/7/1908) heeft de in 1904 opgerichte Koningin Wilhelmina School aan de Kerklaan bezocht. Het is mogelijk dat Reinier Hardonk ook nog op die school heeft gezeten. Helaas zijn er geen archieven met leerlingen lijsten van die school bekend. Reinier was in het jaar 1904 net 6 jaar oud dus misschien was de KWS ook zijn school.

De dichtstbijzijnde de school voor hem was toentertijd de school in de Mariastraat (School nr.2 de latere Prinses Ireneschool) en dat is een waarschijnlijke kandidaat. Hij heeft waarschijnlijk ook nog wel een middenstandsdiploma behaald maar hier is niets door hem over bekend gemaakt.

We zouden hieruit al wel concluderen dat Hardonk weinig over zichzelf kenbaar maakte. Hij vond zichzelf misschien niet belangrijk genoeg. Volgens beschrijvingen van mensen die hem gekend hebben had hij de neiging om wat eenzelvig over te komen. Dat zou kunnen verklaren waarom hij niet geneigd was om anderen in zijn leven deel te laten nemen.

Reinier had een handicap en wel een klompvoet. Dat kan een reden zijn geweest voor zijn mogelijke eenzelvigheid.

De vader van Reinier was bij de geboorte van Reinier 40 jaar en dus niet meer de jongste. Dat Reinier desondanks een goede verhouding met zijn familie had blijkt wel uit zijn uitgebreide stamboomonderzoek en verschillende familiekiekjes zoals de onderstaande uit 1921 tijdens een fietstocht langs de Orderbeek. Hij was overduidelijk trots op zijn afkomst.

h04 P1060385   Copy 

Van links naar rechts bij de Orderbeek in 1921:Laurens Johannes Hardonk, Freek Tiethof, Reinier Hardonk, vader Laurens Johannes Hardonk, Martha van Gerrevink en Martha Tiethof. N.B. Freek Tiethof was een aannemer, die vlakbij Hardonk in de Kapelstraat woonde.

In de stamboom van zijn moeder Martha van Gerrevink zijn tal van oude Apeldoornse molenaarsnamen te vinden. Zoals de meisjesnaam van zijn moeder en van Delden, Landaal, Berends en Geurts. Of de latere interesse van Hardonk in de Apeldoornse molengeschiedenis hiermee te maken had is niet zeker maar kan ook niet uitgesloten worden.

In de “Digitaal Trésor der Hollandsche Waterbouw” van de TU Delft werd Hardonk als volgt beschreven: “Lokaal historicus (autodidact). Winkelier met grote passie voor de geschiedenis van zijn geboorteplaats en omgeving. Werd in 1954 aangesteld als geschiedschrijver van Apeldoorn en in 1956 als conservator van het Historisch Museum Moerman. Maakte vooral studie van sprengen en waterradmolens. Zijn meest bekende boek is: Koornmullenaers, pampiermaeckers en coperslaeghers: korte historie der waterradmolens van Apeldoorn, Beekbergen en Loenen (1968)”.

In deze beschrijving staat terecht dat Hardonk een autodidact was. Dat hij daarbij een bijzonder scherp verstand gehad heeft is wel duidelijk. Ook had hij een zeer brede interesse.

Woonplek

De vader van Reinier had vanaf 1884 een manufacturen zaak te Apeldoorn. De winkel stond aan de Hoofdstraat 123 op de hoek van de Korenstraat en werd beschouwd als een “sta in de weg” in het oogpunt van verkeersveiligheid. De kruising Hoofdstraat Deventerstraat Korenstraat, de van oudsher als “hoek van ’t derp” bekende kruising, is inderdaad een hele merkwaardige. Men heeft nooit kans gezien om dat kruispunt recht te trekken.

De vader van Reinier Hardonk verkocht onder andere dames- en kindervesten en pullovers in “de nieuwste dessins en kleuren tegen lage prijzen.

 h05 1884 advertentie

Advertentie uit november 1884- Bron NAC.

Het adres was Hoofdstraat 123 hoek Korenstraat en het telefoonnummer in1926 was nummer 960.

 

h06 Binnen in manufacturenzaak Hardonk 1928

Interieur van de manufacturenzaak van Hardonk in 1928 – Bron NAC.

 h07 IMG 5996

De manufacturenzaak van Hardonk omstreeks 1960 met het verkeerslicht zoals oudere Apeldoorners het nog wel kennen. Bron CODA.

In vroeger tijden stond dit pand bekend als de herberg “Den Swarten Arent”. De plek is bijzonder oud. Tijdens de afbraak zijn er 14de -eeuwse vaasjes gevonden.

 h08 Brummer project huis Hardonk   Copy

Na de afbraak van de winkel werd het “Brummer” project gestart met deze nogal uit de toon vallende appartementen als gevolg. Links op de foto de ton van “In de soete Suikerbol” van de familie Middelbeek. Foto 1976 – Bron NAC.

Hardonk heeft uitgebreid onderzoek naar de geschiedenis van dit pand op de “hoek van het derp” gedaan. Alleen al dat onderzoek is een boek waard. De stukken zijn in zijn archief te vinden.

 h09 Reproductie kaart 1708

Reproductie door Hardonk van een kaart van Broeckhuysen uit 1708 met het rood gekleurde huis van Hardonk op de “hoek van het derp” net linksboven de kerktorenhaan.

Het grootste gedeelte van zijn leven heeft hij er gewoond. Na de afbraak van zijn geboortehuis verhuisde hij omstreeks 1963 naar de Moeflonstraat nr. 5.

 h10 Het pand van lj hardonk   tekst

Beschrijving van Hardonk over de beginjaren van de manufacturenzaak in zijn zo bijzondere en karakteristieke eigen handschrift.

 h11 manufacturenzaak

Advertentie van 16 oktober 1897. Bron NAC.

Reinier Hardonk heeft na het overlijden van zijn vader in 1934 de manufacturenzaak overgenomen. Waarschijnlijk heeft hij voor die tijd ook al samen met zijn vader in de winkel gewerkt.

Ook in de oorlog moest de zaak draaiende gehouden worden maar er was een groot gebrek aan alles wat ook wel uit een passage uit zijn dagboek blijkt.

“1943 ----- 11 mei dinsdag.
Zonnig, winderig weer. In de zaak een vrouwtje om luiers. Ze verwachtte haar 2e baby en kon hiervoor geen babypakket met luiers krijgen. ´Wat moet ik dan doen´ riep ze wanhopig. ´Ik kan het kind toch niet in mijn hand laten poepen´. 't Is ellendig maar het zal toch moeten wanneer ze geen luiers kan krijgen. Verder geen nieuws”.

 h12 Het pand van lj hardonk foto 1890

Het pand van Hardonk gezien vanaf de Deventerstraat omstreeks 1900. Bron CODA.

Na de bevrijding kon er feest gevierd worden. Bekend is dat er later voor zijn zaak een verkeerslicht is geweest. Het kruispunt was in die tijd de voornaamste kruising oost-west en noord-zuid en bijna alles reed door het centrum van het dorp. Na de bevrijding was er al snel een Canadese verkeersregelaar die door Hardonk gefêteerd werd op een glas (of fles?) wijn.

“1945 ----- 28 april zaterdag.
Eerst zonnig, later bewolkt met regen en koeler. Met de Canadese verkeersregelaar Italiaanse wijn gedronken! 's Middags de heer Moerman op bezoek. Erg veel militair vervoer. Weer eigen dagblad. Himmler biedt Amerika en Engeland onvoorwaardelijke overgave aan!”.

We lezen hier al dat Hardonk met Jacob Moerman een goede relatie had. We komen hier later nog uitgebreid op terug.

Fotografie

Zoals we al uit de foto van de Canadezen in 1945 op kunnen maken had Hardonk een goed gevoel voor situaties en perspectief.
Welk apparaat hij gebruikt heeft is niet bekend. Mogelijkerwijs was het een Kodak apparaat, dat in de 30-er jaren van de vorige eeuw goed verkocht werd. Daarnaast heeft Hardonk een zogenaamde toverlantaarn in bezit gehad waarmee hij de opgenomen dia’s kon projecteren. Dat was een voorloper van de latere diaprojector. Hij gebruikte dat apparaat niet alleen voor het tonen van foto’s tijdens presentaties maar ook om foto’s op een muur in zijn huis te projecteren. Op die manier kon hij, ten behoeve van de padvinderij, afbeeldingen op een muur schilderen.

 h13 De camera van J.H.G. Pabon en de toverlantaarn.

Voorbeeld van een vroege camera en de toverlantaarn. Bron J.H.G. Pabon.

h13a toverlantaarn van Hardonk

Hoogstwaarschijnlijk is dit de toverlantaarn van Hardonk, geschonken aan zijn vriend Evert Middelbeek.

h13b glasdias bij de toverlantaarn

Een voorbeeld van een afbeelding die men in de toverlantaarn kon projecteren. Bron.Gerrit Middelbeek.

Vlak bij hem in de buurt (Hoofdstraat 172) was de firma Starke gevestigd die fotografie apparatuur en ontwikkelruimtes aanbood. Wellicht heeft Hardonk daar zijn kennis en apparatuur vandaan gehaald. De winkelinrichting uit die tijd was bijzonder aangenaam en Hardonk zal zich er goed op zijn gemak gevoeld hebben. Er was een salon, een winkel, een plek om zich om te kleden en een ontwikkelruimte. Ook werden er cursussen gegeven en leergierig als Hardonk was pakte hij dat ongetwijfeld snel op.

 h14 winkel starke

Het winkelgedeelte van het pand van Starke in 1928. Bron NAC.

Hardonk heeft met glasdia’s gewerkt en die soms handmatig ingekleurd. De kwaliteit van zijn inkleuring was zodanig goed van kwaliteit dat men gauw de neiging heeft om te veronderstellen dat hij al met kleurenfotografie gewerkt heeft en dat is uiteraard in de 30-er jaren van de vorige eeuw nog niet mogelijk geweest. Dat inkleuren gebeurde met kwastjes en watjes en was een tijdrovend en nauwkeurig werkje

 h15 Ingekleurde foto ordermolen   Copy

Ingekleurde foto van de, inmiddels verdwenen, Ordermolen uit 1937 door Reinier Hardonk.

De eerste foto’s van molens zijn al vroeg in de dertiger jaren gemaakt en ook tijdens de oorlogsjaren is hij in staat geweest om foto’s te blijven maken. Dat was, zeker gezien de schaarste aan materiaal, een bijzondere opgave. Hardonk heeft veel tochten ondernomen en dat moet met zijn handicap en de zware foto installatie geen makkelijke opgave geweest zijn. Vermoedelijk heeft hij zijn tochten per fiets gedaan en in de oorlog zal hij dat niet makkelijk hebben gevonden. Er werden regelmatig mensen van de straat geplukt om allerlei bewakingsdiensten te verrichten. Hardonk kwam daar, waarschijnlijk door zijn handicap, altijd onder uit. Hij had een relatief grote bewegingsvrijheid en kon met de fiets vrijwel overal ongehinderd komen.

Dat Hardonk de glasdia’s inkleurde blijkt uit het volgende dagboekfragment.

1943 ----- 7 september dinsdag.
Opnieuw mooie dag. 's Avonds plaatjes gekleurd en naar Moerman.

Zeker in het laatste oorlogsjaar was er gebrek aan alles en ook aan elektriciteit. Hardonk had in de winter ’44-’45 zelf een illegaal watermolentje gebouwd dat met water uit het leidingnet aangedreven werd en voor licht kon zorgen. Zo kon hij toch nog lezen en schrijven. Uiteraard werkte dit alleen als er genoeg druk op de leidingen was en dat was ook lang niet altijd het geval.

1945 ----- 29 mei dinsdag.
Prachtige zonnige dag maar in de avond bewolkt met regen. In de middag veel Nederlandse soldaten uit Duitsland op vrachtauto's hier langs. Later passeerden ook talrijke Canadese tanks en lichte pantserwagens. Vanavond fotonegatieven in het donker ontwikkeld daar we nog steeds zonder stroom zitten!

De talloze foto’s van inmiddels verdwenen molens en oude plekken in Apeldoorn worden tegenwoordig als bijzondere historische documenten beschouwd.

Van Hardonk zelf zijn bijna geen foto’s bekend. Alleen enkele portretfoto’s die nodig waren voor documenten en wat vroege jeugdfoto’s Wel fotografeerde hij eens een andere fotograaf.

 h16 politie fotograaf Adema   Copy

De politiefotograaf Adema in 1956 bij de ijzerslakkenhoop in het Orderbos op een tankwagen van de brandweer. Opname R. Hardonk.

Padvinderij

Hardonk heeft zich vanaf jonge leeftijd, zeker vanaf omstreeks 1924, erg ingezet voor de padvinderij. Hij was een enthousiast Akela. Een paar jaar geleden hoorde ik nog van ex padvinders dat ze erg veel plezier met hem hebben gehad.

h25b padvinderij via Gerrit Middelbeek 2

Groepsfoto van Hardonk met zijn welpen. Foto archief Gerrit Middelbeek.

In 1930 heeft hij echter om de een of andere reden afscheid van de padvinderij willen nemen. De leiding reageerde geschokt omdat ze hem een fantastische Akela vonden. Blijkbaar heeft een brief van de leiding Hardonk weer over de schreef getrokken want in 1931 was hij weer enthousiast met zijn groep jongens bezig. Zijn moeder was een paar jaar hiervoor overleden en zijn vader zal Hardonk de zaak overgedaan hebben. Mogelijkerwijs was Hardonk dus gewoon te druk met zijn zaak.

 h17 Hardonk of zijn vader nam ontslag bij padvinderij

Reactie van het bestuur van de padvinderij op het ontslag van Hardonk in 1930.

Hardonk nam de welpen mee naar de bossen o.a. naar het Joolhul, waarover hij ook de nodige historische aantekeningen maakte, en het Willemsbos en leerde ze daar van de natuur te genieten. Bij het Willemsbos werd in het meertje de Kraaiefles gespeeld. Die fles is inmiddels zo goed als verdwenen bij de aanleg van het viaduct over de A1.

 h18 P1060632   Copy (2)

Een zeldzame foto van de jonge Reinier Hardonk in 1932 als Akela van de Rimboe Zwervers.

h19 P1060632   Copy

De Rimboe zwervers in 1932 aan het einde van een fijne dag in Joolhul. Gerrit Kleisen, de jongen met het gestreepte shirt maakte er nog een mooi verslag van.Uiterst links Johan Middelbeek, rechtsachter Jan Middelbeek en de middelste schaterlachende jongen is Gerrit Middelbeek.

Er zijn veel foto’s van de padvinderijtijd in het archief van Hardonk en van familie Middelbeek te vinden.
Enkele namen van zijn welpen die hij noemde waren : Gerrit Kleisen, Evert, Jan en Johan Middelbeek, Hans Groeneveld, Kees en Wim Steen, Jacob Stalknecht, Jan Gerrit Oosterbroek, Paul ter Hoeven, Bob Bois en Dick Bűchele.

 

h25a padvinderij via Gerrit Middelbeek 1

Jan en Johan Middelbeek. Foto waarschijnlijk door Hardonk gemaakt. Archief Gerrit Middelbeek.

h25c padvinderij via Gerrit Middelbeek

 Achter 3de en 4de van links Jan en Evert Middelbeek. Uiterst rechts achter Johan Middelbeek. Archief Gerrit Middelbeek.

h25d padvinderij via Gerrit Middelbeek

 Wie waren ze? Zoekplaatje. Archief Gerrit Middelbeek.

h25e padvinderij via Gerrit Middelbeek

 De Rimboejagers. Staand tegen de boom Evert Middelbeek, genaamd 'de Koppensneller'. Archief Gerrit Middelbeek.

h25f padvinderij via Gerrit Middelbeek

De vaan van de Rimboejagers. Archief Gerrit Middelbeek.

h25g padvinderij via Gerrit Middelbeek

De Rimboejagers op mars met muziek. Archief Gerrit Middelbeek.

Hardonk had blijkbaar ook een huisgenoot, Een kleine kortharige terriër Pida die hem trouw begeleidde tijdens de padvindersuitstapjes.

 h20 P1060637   Copy

Aardappels jassen in Joolhul 1935 met hondje Pida.

h21 padvinderij 3   Copy

Paul ter Hoeven en Pida in 1935 nadat Pida weer gevangen was na een ontsnapping omdat hij achter een kievit aanging.

Hardonk stelde twee kamers in zijn eigen huis ter beschikking voor de welpen van de Johan Willem Frisohorde en ontving daar ook gasten om het “hol” te bezoeken.

Hij had de kamers in zijn huis mooi met wandschilderingen versierd die helaas bij de afbraak van het huis verloren zijn gegaan. Gelukkig heeft Hardonk er een aantal van gefotografeerd.

De afbeeldingen zijn ontleend aan het "Mowgli" verhaal van R. Kipling en in 1949 met behulp van een projectielantaarn op de muur geschilderd.

h22 padvinderij 2.3

h23 padvinderij 2.4

h24 padvinderij 2.1

 

h25 padvinderij 2.2

 De tekeningen stellen de witte cobra uit het verhaal De Ankus van de koning, Mowgli met Akela, de oude wolf, Balee de bruine beer, Bagheera, de panter en Shere Khan, de tijger die op Mowgli loert, voor.

Tijdens de oorlogsjaren was het afgelopen met de padvinderij. De Duitsers waren bang dat de organisatie een verzetsgroep zou worden. Direct na de bevrijding ging het echter weer helemaal los.

1945 ----- 21 april zaterdag.
Guurder met regenbuien. 's Middags op clubhuis Valkenberglaan kon men zich opnieuw
aanmelden voor de door de bezetter opgeheven padvinderij. Er was een enorme animo. Niet minder dan 250 jongens kwamen zich opgeven voor welp, verkenner of voortrekker. Gisterenavond nog in de verte duidelijk kanongebulder te horen. Bij de Grebbelinie bieden de Duitsers sterke tegenstand. Nog steeds zitten er Duitsers in de bossen en wordt er veel materiaal gevonden. Ook is gevaar voor mijnen niet denkbeeldig. Volgende week krijgen we Engelse biscuits op de bon. Ons melkrantsoen is verhoogd. Zo is er in alles vooruitgang.

Helaas was het niet allemaal vreugde want Hardonk moest ook afscheid nemen van enkele vroegere welpen.

De Rimboezwerver Gerrit Wiechert Kleisen (geb. 8-8-1917 te Apeldoorn) werd op 6 juni 1944 samen met 21 anderen gefusilleerd wegens hulp aan onderduikers.

 h26 P1060638   Copy (2)

Krantenbericht door de Duitsers met betrekking tot het fusilleren van een aantal verzetsstrijders waaronder Gerrit Kleisen (nr. 4 op de lijst).

Hardonk waardeerde Gerrit in het bijzonder als natuurliefhebber en trouw vaderlander. Een fijne vent vond hij hem.

 h27 P1060638   Copy

Gerrit Kleisen bezig met het bouwen van een oventje. Joolhul 1932

Ook een andere vroegere welp liet het leven in WOII.

1945 ----- 1 juni vrijdag.
Zonnige morgen. Druk met militair verkeer. Er staat hier nu weer een Canadese M.P.[Militaire Politie]. In de krant las ik dat mijn vroegere welp Rijkslof van Goens, oud 30 jaar, op 17 augustus 1944 als vlieger bij de RAF [Royal Air Force] boven Frankrijk neergeschoten was. In de advertentie staat ´Hij gaf het hoogste offer voor zijn Vaderland´.

Tot wanneer Hardonk bij de padvinderij is gebleven is niet helemaal duidelijk. In elk geval tot en met 1949 toen er een herdenkingsbijeenkomst met de padvinderij was voor de, tijdens de vliegramp in 1946 omgekomen, 22 kinderen van het Christelijk Lyceum.

 

h28 vliegramp 1946 

Ravage bij de gymzaal van de Christelijke HBS aan de Jachtlaan waar een vliegtuig op is neergestort. Bron CODA Archief/Collectie Stokhuyzen

Toen zijn winkel afgebroken werd, was het waarschijnlijk afgelopen met het honk voor de welpen, alhoewel Hardonk waarschijnlijk tot 1963 nog in het naastgelegen woonhuis heeft kunnen wonen.

Moerman

In de 30-er jaren van de vorige eeuw waren er in Apeldoorn bijzonder veel activiteiten op archeologisch gebied.

In 1932 heeft Jacob Moerman onder andere een artikel over de buisleidingen voor de fonteinen van Paleis het Loo geschreven.

 h29 jdmoerman

Jacob Diederik Moerman geboren te Apeldoorn op 4 juli 1885 en overleden te Apeldoorn op 24 mei 1965

Moerman was een zeer bekend Apeldoornse archeoloog en historicus. Hij was de oprichter van het voormalige Moerman museum en kan gezien worden als een belangrijke grondlegger van de Apeldoornse geschiedschrijving en archeologie.

 h30 moermanmuseum   Copy

Het Moerman museum Loolaan 44 in 1976 net voor de afbraak. Bron NAC.

h31 moermanmuseum 1

Tentoonstellingsruimte in het Moermanmuseum.

Moerman was evenals Hardonk een autodidact en heeft met zjin onderzoeken zijn sporen zeker verdiend. Onderwerpen waarmee hij baanbrekend werk heeft verricht zijn de ijzerindustrie op de Veluwe, de papierindustrie, de watermolens en de algemene archeologie. Ook kende hij de marken geschiedenis zeer goed. Hij heeft een aantal werken gepubliceerd die nog steeds baanbrekend zijn o.a. over de verdroging van de Veluwe. Deze zijn, in twee delen, in 1934 geschreven voor het tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) onder de titel “Veluwsche beken en daling van het grondwaterpeil” (met 6 kaarten en 2 foto's).

Ook tegenwoordig, na bijna 90 jaar, is dit weer een zeer actueel onderwerp.

Hoe en wanneer Hardonk Moerman heeft leren kennen is niet duidelijk. In een ‘in memoriam’, door Hardonk in 1963 geschreven, roemt hij de innige samenwerking over een periode van 30 jaar. Waarschijnlijk hebben de publicaties van Moerman indruk op Hardonk gemaakt en heeft hij hem omstreeks 1933 opgezocht. Dat zal geen probleem geweest zijn want Moerman was ook een goede pottenbakker en liet zijn werk graag zien al was hij er al in 1925 mee gestopt. Sinds die tijd was Hardonk een bevriende protégee van Moerman.

In 1934 heeft Moerman een indrukwekkend boek geschreven namelijk “Beken, sprengen en watermolens op de Veluwe”. Het boek bevat 4 gedetailleerde kaarten, die door Moerman zelf zijn samengesteld.

Het is opmerkelijk dat in deze periode er bijzonder veel aandacht was voor archeologie in Apeldoorn. Opgravingen aan grafheuvels werden uitgebreid beschreven en ook de fonteinleidingen van Paleis het Loo werden onderzocht.

Ter nagedachtenis aan deze bijzondere man is er een straat naar hem genoemd en wel de Moermanhof bij de Loolaan ongeveer op de plek waar zich zijn museum heeft bevonden. Bijzonder is dat, zoals al eerder vermeldt, Reinier Hardonk een straat naar hem vernoemd heeft gekregen, en wel de Hardonkhof, er net naast gelegen. Zo zijn deze twee oude vrienden toch nog bij elkaar gebleven.

 h32 hardonkhof

Hardonkhof. Foto Jos Jansen of Lorkeers

Feit is dat Hardonk zonder de grote invloed van Moerman waarschijnlijk niet tot zijn latere prestaties zou zijn gekomen.

Sanders

Willem Cornelis Lambertus Sanders was een voorloper van de Apeldoornse historici en ook nog eens de schoonvader van Jacob Moerman.
Moerman was getrouwd met Willemina Jacoba Sanders, die huisarts te Apeldoorn was. Dat zijn vrouw een goed inkomen had heeft het voor Moerman waarschijnlijk mogelijk gemaakt om zijn activiteiten in de archeologie en het museum mogelijk te maken.

Ongetwijfeld heeft Sanders zijn schoonzoon Moerman als voorbeeld gediend en hem geïnspireerd tot het onderzoek naar de sprengen en sprengenbeken.
Daarna heeft Moerman Hardonk weer tot inspiratie gediend. Sanders heeft zo een cruciale rol gespeeld in de herontdekking van deze geschiedenis van Apeldoorn.

Sanders is op 28 december 1934 overleden. Hieronder zijn in memoriam:
"
Op 63-jarigen leeftijd overleed alhier nog vrij plotseling de heer W. C. L. Sanders.
De overledene, een geboren Apeldoorner, werd aan de Rijks-Normaalschool opgeleid tot onderwijzer.
Na het behalen der acte zette hij zijn studie voort voor de hoofdacte en werd inmiddels benoemd tot onderwijzer aan de openbare school te Ugchelen,
welke betrekking hij later verwisselde met die van onderwijzer aan de school te Zevenhuizen.
Zijn studie voortzettende behaalde hij, zonder eenige leiding, onderwijl de acte M.O. Geschiedenis en een paar jaar later de acte M.O. Aardrijkskunde en toonde zich dus volop een self-made man.
Hij zag zijn ijver beloond met de benoeming in 1909 tot leraar aan de R. H. B. S. alhier; in 1911 volgde zijn benoeming tot leraar in Aardrijkskunde en Geschiedenis aan een der H. B. S. te Amsterdam.
Later volgde aldaar zijn benoeming tot directeur van de Avondschool voor Volwassenen, welke laatste functie hij in 1928 neerlegde.
In 1930 moest hij wegens gezondheidsredenen ook zijn leeraarschap vaarwel zeggen en vestigde zich in zijne geboorteplaats.
Hier stond hij bekend als navorscher van de oude toestanden op de Veluwe en was enkele jaren een ijverig bestuurslid van „Felua", voor welke vereeniging hij pas 14 dagen geleden nog een lezing hield over de Reformatie op de Veluwe.
Hij was de feitelijke oprichter van de afdeeling „Apeldoorn" der Vereeniging voor Kinder-. herstellings- en Vacantiekolonies, welk werk hij met ambitie te Amsterdam heeft voortgezet.
In de hoofdstad fungeerde hij ook als huisbezoeker van de Vereeniging „Liefdadigheid naar Vermogen".
Een werkzaam leven is met zijn overlijden afgesloten.
"

Nog in het jaar van zijn overlijden, op 24 maart 1934 schreef hij een belangrijk artikel over de sprengen onder de titel: Een en ander uit de geschiedenis van de Grift en haar “bronriviertjes".

De aanleiding voor dit artikel was het plan van de gemeente voor het riool in Apeldoorn.
Dat rioolsysteem is inderdaad pas in de 30-er jaren van de 20ste eeuw aangelegd.

Het artikel eindigt als volgt:
“De meeste gegevens zijn afkomstig uit aanteekeningen van mijzelf maar vooral ook uit archiefstukken van marken enz., enz. nageplozen door den heer J. D. Moerman alhier.

Wien wat naders lezen wil over een en ander, kan gerecommandeerd worden kennis te nemen van een zeer belangrijk artikel in het Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardr. Genootschap afl. Maart en April 1934, waarin de heer Moerman uitvoerig spreekt over Beken, Sprengen en Watermolens op de Veluwe.

In de Openbare Leeszaal is, naar ik hoor, een exemplaar van het artikel aanwezig.
Maart 1934. W. C. L. SANDERS.”

Het is nogal bijzonder om in het einde van dat artikel te lezen dat Sanders het over de "heer Moerman" heeft als je weet dat hij eigenlijk reclame maakte voor het boekwerk van zijn schoonzoon.

De oorlogstijd en het dagboek

Gedurende de oorlogstijd heeft Hardonk besloten om een summier dagboek bij te houden. Dat dagboek is door Peter Rouwenhorst en Cor Tijink op 1 maart 2005, gecombineerd met de dagboeken van andere Apeldoorners en de nog aanwezige politie, brandweer en burgemeester archieven gepubliceerd.

Hardonk zelf begon pas vanaf 1 mei 1943 met het schrijven in zijn dagboek. Een reden kan zijn geweest dat het steeds moeilijker werd om tochten te maken en hij toch een bezigheid zocht.
Opvallend in zijn dagboek is, dat hij steeds eerst met het weer begon. Daarna kwam hij pas tot de echte zaken.

In de oorlogstijd ging Hardonk regelmatig op bezoek bij mensen die hij aanduidde met M, T en F. Waarschijnlijk waren dit de overbuurman Middelbeek, Terwel en mogelijkerwijs de juwelier Faberij de Jonge, die naast hem woonde en werkte. Waarschijnlijk wilde hij niet hun volledige namen gebruiken om de personen te beschermen voor het geval het dagboek in Duitse handen zou vallen. Het dagboek bevatte namelijk ook nogal wat onvriendelijke opmerkingen over de bezetters.

Hieronder een aantal voorbeelden van zijn berichten.

1943 ----- 7 september dinsdag.
Opnieuw mooie dag. 's Avonds plaatjes gekleurd en naar M.[Middelbeek]

1943 ----- 10 september: 's Avonds naar M.[Middelbeek] en alvast op volgend goed nieuws gedronken! N.B. Dit kan duiden op een bericht uit Goslar dat mijn buurman Evert Midelbeek op 25 augustus is vrijgelaten uit de gevangenis van Wolfenbüttel en dit ook meteen per brief liet weten.

Dat Hardonk, ondanks de angstige oorlogstijd, zeker gevoel voor humor had blijkt uit het volgende leuke fragment.

1943 ----- 11 oktober maandag.
Opnieuw schitterend weer. Naar Vaassen. Onderweg nog nooit gezien tafereeltje, hond door
kip achterna gezeten, liep wat hij kon!

1944 ----- 31 januari maandag (verjaardag prinses Beatrix).
Somber weer, zacht. 's Avonds projectieavond gehouden. Alle genodigden aanwezig. Mevrouw van Es trakteerde op ´aardappels´, anderen hadden voor ´gebakjes´ gezorgd. Toen om 10 vóór 11 de gasten vertrokken, zijn ze vermoedelijk wel tevreden geweest over de ´feestavond´.

1944 ----- 6 februari zondag.
's Morgens zon. 's Middags bewolkt. Fietstochtje door Willemsbos [Ugchelen] gemaakt en afgesneden beekloop gefotografeerd. Geen nieuws.

1944 ----- 7 februari maandag.
Kil met motregen. In de middag verrast met een tweetal reproducties van oude watermolens in Apeldoorn. Pracht molens. Nog niet kunnen uitvinden welke molens het zijn. Men spreekt over fietsenvordering. In Arnhem sommige telefoonaansluitingen weggehaald. Volgens berichten zijn er al maatregelen genomen om de bruggen en centrales in de lucht te kunnen laten springen. Invasie op komst?

1944 ----- 7 juni woensdag.
Kil weer met regenbuien. 's Middags in de krant het ontstellende bericht dat mijn vriend Gerrit Kleisen door de Duitsers is doodgeschoten. Gevallen in de strijd, voor vrijheid en recht. Gerrit was een gelovig christen, een vurig vaderlander en een groot natuurvriend. Voor ons, maar vooral voor zijn ouders en broers, een zwaar verlies. In de aankondiging van het doodvonnis staat ´Al deze veroordeelden behoorden tot of steunden geheime groepen, die in de provincie Gelderland, vooral in de Achterhoek, gevormd zijn om distributiekantoren te overvallen, moordaanslagen op Nederlandse (sic) politieambtenaren en andersdenkende Nederlanders uit te voeren, wapens voor illegale doeleinden te verschaffen, spionage te verrichten en den vijand te begunstigen´.

1945 ----- 6 mei zondag.
Stormachtige wind, met regen in de nacht. Overdag veel zon, veel wind maar zachter. De
dankdienst in de Grote Kerk om 10 uur enorm bezocht. Alle plaatsen bezet. Veel mensen moesten staan. Voorganger dominee Karres. Gezongen Psalm 66.4.5. Gelezen Jesaja 34. Daarna voorgelezen het bevrijdingsmanifest opgesteld door de als gijzelaars opgesloten predikanten in het kamp Sint Michielsgestel.
Tekst Zacharia 1.21. Verder gezongen Gezang 91.1.2. Gezang 302.1.3. Gezang 303.1.2. Bij het uitgaan speelde het orgel ons Wilhelmus (coupletten 1 en 6) dat allen meezongen.

1945 ----- 9 juni zaterdag.
Warm weer, veel zon. De schepen in het kanaal zijn weer gerepareerd en het Kanaal is
opnieuw gevuld [EINDE van het manuscript van HARDONK].

Archeologie

Op archeologisch gebied heeft Hardonk zich gereserveerd opgesteld. Hij heeft hoofdzakelijk uit de nalatenschap van Moerman geput. Moerman had uitgebreid onderzoek gedaan naar de ijzerindustrie rond Apeldoorn zoals bij boerderij Assel (later Haslo genoemd) en het Orderbos. Hardonk heeft hem daar omstreeks 1948 ook bijgestaan en foto’s van de archeologische opgravingen gemaakt.
Hij interesseerde zich zeker voor allerlei bodemvondsten in en bij Apeldoorn, zoals bij grafheuvels, maar zal zelf niet veel aan opgravingen meegedaan hebben. Onder andere de bodemvondsten in het Spelderholt zijn door Hardonk gefotografeerd en beschreven.
Ook ten tijde van de afbraak van zijn woning zijn er allerlei oude vondsten gedaan die hij gedocumenteerd heeft.
Het belangrijkste initiatief op archeologisch gebied is echter het veilig stellen van de ijzerslakkenhoop in het Orderbos.

 h33 ijzerslak orderbos 1956

IJzerslak uit het Orderbos uit 1956 door Hardonk

Om de slakkenhoop veilig te stellen heeft Hardonk gebruik gemaakt van alle specialisten op archeologisch gebied die hij maar kon vinden. Hierdoor heeft hij kunnen voorkomen dat deze belangrijke archeologische schat zou verdwijnen.

 h34 ijzerslakkenhoop   Copy

In 1963 krijgt Hardonk van burgemeester des Tombe toestemming om de slakkenhoop in het Orderbos in stand te houden.

Toch maakte Hardonk zich in een artikel in het dagblad Trouw in 1966 nog ernstig zorgen over de toekomst van de slakkenhoop.
De ijzerslakken van het Orderbos zijn nadien verzameld bij de Sportlaan in het Orderbos. De bult met de slakken is inmiddels een rijksmonument.

Hardonk heeft in navolging van Moerman onderzoek gedaan naar een nogal merkwaardig fenomeen dat ze Roodzand noemden en dat zijn oorsprong zou moeten hebben gehad in prehistorische bewoning. Het Roodzand manifesteerde zich in een rode verkleuring in de ondergrond. Zelfs bij zijn latere woning in de Moeflonstraat heeft hij tijdens de graafwerkzaamheden in de Moeflonvijver nog sporen van dit Roodzand gedocumenteerd.

Reizen

Reinier Hardonk lijkt weinig gereisd te hebben in tegenstelling tot zijn vader en zijn jongste broer. Deze laatste heeft lang in Indonesië gewerkt en gewoond maar Reinier heeft hem daar niet bezocht.

Zijn bezoeken buiten Apeldoorn beperkten zich tot Staverden, Leuvenum, Stroe, Emmen, Vaasen, Rolde en daarnaast verschillende musea en archieven in het westen van Nederland voor bronnenonderzoek. Waarschijnlijk heeft de handicap van Hardonk hier een rol in gespeeld. Dit zou ook een verklaring kunnen zijn voor het feit dat Hardonk zich, misschien als compensatie, tot het transcriberen van oude archiefstukken en de fotografie heeft gewend. Wel heeft hij in WOII in 1943 nog bezoeken gebracht aan Rotterdam en Den Haag en de verwoestingen in die stad in een breef aan Everrt Jan Middelbeek genoemd.

Mogelijkerwijs heeft Hardonk in 1963 een bezoek gebracht aan de abdij van Lauresham te Lorsch (tussen Heidelberg en Darmstad). Er was in die tijd ook een tentoonstelling te Aken die hem interesseerde.

 h35 Torhalle Lorsch   Copy

Overgebleven ‘Torhalle’ van de abdij in Lorsch

Hardonk schrijft over Lorsch het volgende:

Daar we bij de geschiedenis der Apeldoornse beken en molens telkens weer in aanraking komen met ,,marken” en markeverhoudingen lijkt het gewenst een enkel woord te wijden aan deze eigenaardige gemeenschappen. De eerste vermelding van ,,marca” of mark in onze streken vinden wij in een oorkonde uit 792/93, waarbij Walther en Richlint een aantal landerijen en gebouwen schenken aan de abdij van Lauresham (Lorsch in Hessen). Hiertoe behoorden o.a.: een hoeve met gebouw in ,,villa vel marca Uttiloch” (Uddel) en 2/3 deel van een hoeve met boerderij in ,,villa vel marca Appoldro” (Apeldoorn).

 h36 appoldro

De betreffende akte waarin Apeldoorn voor het eerst wordt genoemd.

Zelf schrijft hij echter niets over een bezoek. Een door hem bewaarde postzegel van Lorsch maakt het aannemelijk dat hij de door hem gebruikte gegevens misschien per post uit het archief in Lorsch heeft gekregen.

 h37 Torhalle Lorsch   Copy   Copy

Postzegel van Lorsch

Woonhuis afgebroken

Een belangrijke gebeurtenis in het leven van Hardonk moet het verlaten van zijn geboortehuis geweest zijn.

De gemeente had waarschijnlijk haar zinnen op het pand gezet om er uiteindelijk een appartementen complex te laten bouwen.

Al op 8 juni 1943 meldt Reinier Hardonk in een brief aan Evert Middelbeek het volgende:

"M'n zaak zal in de toekomst (minstens twee jaar na het einde van de oorlogstoestand) afgebroken worden. Er is een ruilovereenkomst tusschen mij en de gemeente tot stand gekomen. Ik ruil de grond, die onder bouwverbod valt, tegen de grond van het perceel Niermans. Op beide panden zal dan één nieuw winkelhuis (eventueel huizen) worden gebouwd op mijn kosten.Dat zal dus straks hier een hele verandering en verbetering kunnen te weeg brengen. De hoek zal er niet slechter door worden".

De hiervoor genoemde Jan Niermans had tot 1950 op het naastliggende pand Hoofdstraat 125 een boekbinderij en lijstenmakerij maar is daarna naar de Nieuwstraat 24 verhuisd.

Helemaal duidelijk is het niet wat er precies is afgesproken. De vorige afspraak was onder het bewind van de NSB burgemeester Pont. Of dat na de oorlog nog rechtsgeldig was mag betwijfeld worden. Toch werd in 1954 het beeldbepalende winkelpand afgebroken. In het pand ernaast, dat eerder ook door zijn vader was aangekocht is Hardonk nog wel blijven wonen. Waarschijnlijk heeft dat altijd, na de aankoop van zijn vader, als woning voor de familie dienst gedaan.

 h38 sloop 1954   Copy

Sloop van het voorste gedeelte van het pand Hardonk.. Bron NAC.

Bij de foto: “Tegen het einde van september 1954 werd een begin gemaakt met het slopen van het voorste gedeelte van het door firma Bervoets aangekochte pand Hoofdstraat 123.
Het nieuwe voorlopige gebouw werd opgetrokken op de door de gemeente Apeldoorn reeds jaren eerder vastgestelde rooilijn, hetgeen leidde tot een aanmerkelijke verbreding van het kruispunt daar ter plaatse.
De nieuwbouw van Bervoets zou uitsluitend dienen voor uitbreiding van de etalage ruimte van genoemde firma”.

Waarschijnlijk niet toevallig is Hardonk als geschiedschrijver in 1954 in dienst van de gemeente Apeldoorn gekomen. Zijn manufacturenzaak had opgehouden te bestaan en hij had met de verkoop van het pand de gemeente geholpen de “hoek van ’t derp” meer ruimte te geven. Al eerder op 19 juni 1953 had Hardonk van burgemeesters en wethouders officieel toestemming gekregen om op het gebied van de gemeente archeologische opgravingen te doen en foto’s te maken.

 h39 1953 hardonk mag archeologie bedrijven

Toestemming van de Gemeente in 1953.

De brief is nogal vreemd omdat Hardonk deze activiteiten voor die tijd ook al deed. Deed hij dat dan illegaal of was deze brief de opmaat voor zijn latere benoeming? Waarschijnlijk is het laatste het geval geweest.

Het overlijden van Moerman en het Moermanmuseum

Op 24 mei 1965 is de grote vriend van Hardonk, Jacob Moerman op 79 jarige leeftijd overleden. Dat zal een enorm verlies voor Hardonk geweest zijn want Moerman was zijn grootste inspiratiebron. Hardonk heeft een in memoriam geschreven waarin hij hem leermeester en vriend noemde over de periode van 30 jaar dat hij had mogen kennen.

In 1950 had Hardonk meegewerkt aan de tentoonstelling “De Koning Stadhouder en Het Loo” in het Moermanmuseum.

In 1956 had Hardonk het conservator schap van het Historisch Museum Moerman op zich genomen.

Het museumwerk gaf hem veel voldoening en hij organiseerde diverse exposities onder meer in 1958 “Apeldoorn 793 - 1958” ter gelegenheid van het bereiken van een inwonertal van 100,000 en “Vivat Apeldoorn en Oranje” , een herdenkingstentoonstelling over het herstel van onze onafhankelijkheid in 1813.

 h40 vivat

Tentoonstelling Vivat in het Moermanmuseum in 1958.

In 1954 was Hardonk al benoemd als stadsgeschiedschrijver. In 1958 kreeg Hardonk een bedrag ter beschikking voor de beschrijving en de foto documentatie voor de geschiedenis van Apeldoorn. Hij had erg veel informatie over de geschiedenis van Apeldoorn verzameld maar heeft dat helaas niet zelf kunnen publiceren. Hij was tot het jaar 1675 gekomen. Het verzamelde werk is later in bewerkte vorm door Cor Tijink en Peter Rouwenhorst als CODA publicatie uitgegeven.

 h41 RHardonk

Portretfoto van Hardonk op het geschiedenis boek van Apeldoorn.

Hardonk heeft ontzettend veel uitgezocht maar helaas zelf vrij weinig gepubliceerd. De onderzoeksgegevens zijn echter vrijwel allemaal uit zijn hand en door een aantal vrijwilligers in het CODA archief verzameld en gepubliceerd.

 h42 1958 geschiedschrijver

Machtiging voor werkzaamheden geschiedenis van Apeldoorn in 1958.

 h43 hardonk in moermanmuseum 1963   Copy

Rondleiding in het museum door Hardonk (midden achter) voor leden van de Culturele Raad voor Gelderland in 1962.

Pensioen en verhuizing naar de Moeflonstraat

Op 11 november 1963 is Hardonk op 65 jarige leeftijd met pensioen gegaan. In de krant werd er kort bij stilgestaan met een nogal neerbuigend artikel wat geen eer deed aan zijn grote, blijkbaar niet begrepen, nalatenschap. Hardonk kon het dan ook niet laten om in de kanttekening de opmerking “gewoon geklets” te plaatsen.

 h44 Hardonk pensioen   Copy

Krantenartikel over het pensioen van Hardonk uit 1963.

In 1963 is Hardonk verhuisd naar een comfortabele, net gebouwde, flatwoning. Zijn nieuwe adres was de Moeflonstraat 5. Een ruime woning met 3 slaapkamers, een grote woonkamer en twee balkons. Hij zal er echter weinig mensen gekend hebben.

Moeflonstraat 5

Het huis Moeflonstraat 5 op de 1ste etage linksboven in 2022.

Toevallig ben ik er dat jaar met mijn ouders ook komen wonen maar ik heb Hardonk helaas niet gekend.

 h45 Moeflonstraat 5

Zicht vanuit de Moeflonstraat 5 op de net aangelegde vijver in 1963. Op de achtergrond marcherende soldaten. Het beeld van Zadkine “De drie gratiën” is al geplaatst.

De Moeflonstraat vijver

Ongeveer vanuit dezelfde plek in 2022.

Hij had zijn woning als een soort bibliotheek ingericht en bezat een enorme hoeveelheid documenten en foto’s. Met dit materiaal is hij verder gegaan. Bij zijn pensioen was hem al gevraagd of hij nog 3 jaar verder wilde gaan met zijn onderzoek naar de geschiedenis van Apeldoorn. Waarschijnlijk is hij daar in 1966 na het overlijden van Moerman mee opgehouden. Hij is in elk geval tot ongeveer het jaar 1690 gekomen maar het uiteindelijke boek gaat tot het jaar 1675.
Tijdens zijn werkzame leven heeft Hardonk de overgebleven grenspalen en -pollen in kaart gebracht van de “Vrije en Hoge Heerklijkheid Het Loo” en legde ze bovendien in kleur vast op glaspositief.
Daarnaast heeft hij veel onderzoek gedaan over de Napoleontische tijd, van Kinsbergen en Stadhouder Willem III, het bloedbad bij de Nijenbeek in 1629 en vele andere historische gebeurtenissen.
Hij heeft zijn tijd in de Moeflonstraat daar zeker zinvol mee besteed.

Bezoek aan de Soete Inval

Reinier Hardonk had een goede relatie met de familie Middelbeek, die aan de overkant woonden. Met name Evert Middelbeek was een goede vriend, waar hij verschillende briven aan heeft geschreven toen Evert in WOII in 1943 in Goslar voor dwangarbeid gedeporteedrd was.

Omstreeks 1964 werd de Soete Inval geopend en daar was Hardonk ook bij aanwezig. Vermoedelijk zijn dit de laatste bekende foto's van Hardonk.

h44a bij de opening van 'De Soete Inval

Hardonk en mevrouw Middelbeek-Ockels. Foto archief Gerrit Middelbeek.

h44b bij de opening van 'De Soete Inval

Links Adje Middelbeek, dochter van Evert Middelbeek en Mimi Middelbeek-Middelbeek. Op de achtergrond zoon Evert Jan Middelbeek. Tussen Reinier Hardonk en moeder Mimi staat Gerrit Middelbeek.


Voorafgaande boeken

Hardonk heeft diverse artikelen geschreven o.a.

Het Herenhul in het Engelanderholt, in Het Geldersch Landschap 1947 - 1955, blz. 42 - 46

Dat Hardonk zeker niet stil heeft gezeten toen hij met pensioen ging blijkt uit verdere publicaties die hij heeft geschreven:

Het Oude Loo. In Gelders Oudheidkundig Contactbericht nr. 21 Maart 1964, blz. 9 – 13

Wentelende waterraden. Apeldoorn 1964

De Heilige Geestkapel bij Assel, in Gelders Oudheidkundig Contactbericht nr. 34 juli 1967, blz. 11 - 17

Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers. Apeldoorn 1968

Apeldoorn, Centrum der Veluwse Waterradmolens in: Gelders Molenboek, Zutphen 1968, blz. 83-128

Over ijzerkuilen, slakkenhopen en een merkwaardige industrie. Apeldoorn 1975

Wolter Hegeman (ca 1548-82) Een Gelders krijgsoverste uit het begin van de 80 jarige oorlog. In Bijdragen en Mededelingen Gelre deel LXVIII (1974/75, blz. 83-128

De invasie van het huis Cannenburch in 1590 in Bijdragen en Mededelingen Gelre deel LXX (1978/79) blz. 55-78.

In zijn archief zijn nog talrijke stukken van zijn hand te vinden die de moeite waard zijn om gepubliceerd te worden.

Tijdens WOII heeft Hardonk diverse lezingen gegeven o.a. over de 80-jarige oorlog en de Gouden Eeuw als ook over oud Hollandse schildermeesters. Hij vertoonde daarbij diabeelden en heeft waarschijnlijk van zijn toverantaarn gebruik gemaakt. De dia's van die presentaties zijn misschien nog in het CODA archief aanwezig.

Zijn grootste meesterwerk is echter het in 1968 gepubliceerde boek “Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers”.

 h46 hardonk boek

Voorblad van het boek Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers.

Dit boek bevat zeer uitgebreide informatie over alle watermolens in de gemeente Apeldoorn met bijzonder veel genealogische details van de molenaarsfamilies. Dit werk is later door, niet de minste, publicisten uitgebreid geraadpleegd en gebruikt.

Inmiddels is het een zeldzaam en gewild boek dat tegen relatief hoge prijzen verhandeld wordt.
Het boek bevat ook een grote kaart met de loop van de sprengenbeken en de locatie van alle beschreven watermolens.

 

h47 Kaart Hardonk
Kaart uit het het boek Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers.

De oorsprong van de kaart van Hardonk is, een door Jacob Moerman in 1934 gebruikte, kadastrale kaart uit 1832. Moerman heeft zich op zijn beurt gebaseerd op een kaart van W. Kuyck jr. uit 1843. Kuyck had daarin de beken en molens al redelijk goed aangegeven en zelfs zijn stijl lijkt door Moerman en later Hardonk gekopieerd te zijn. De kaarten hebben echter de situatie van voor het jaar 1832 niet helemaal in aanmerking genomen.
Misschien is dat de reden geweest voor enkele hiaten in het boek van Hardonk. Dat kan eerlijk gezegd ook niet anders bij een dergelijk omvangrijk werk waarin zoveel archiefstukken verwerkt zijn. We hebben tegenwoordig weliswaar de beschikking over meer informatie en technische middelen maar het geduld en de kennis van Hardonk zijn naar mijn mening nog steeds van een andere wereld.

 h48 kon huisarchief 1968

Dat ook de Koninklijke familie het boek waardeerde blijkt wel uit een dankbrief van het Koninklijk archief uit 1968.

Hardonk boos op …

Jacob Moerman kon behoorlijk fel zijn als hij vond dat men onzin verkocht.
Een berucht verhaal is zijn dispuut in de Apeldoornsche krant van 19 november 1966 met ene ’s Grevenbergje over de Apeldoornse marken. De veroorzaker van dit dispuut moest uiteindelijk zelfs voor de rechter komen en werd veroordeeld. Wel hebben we hierdoor veel informatie over de marken kunnen verkrijgen.

Hardonk heeft deze stijl ook gebruikt. Hij werd behoorlijk boos als men vond dat Apeldoorn een dorp was met eenvoudige boeren en zonder geschiedenis.
Hardonk was trots op Apeldoorn en heeft dat niet onder stoelen en banken gestoken.

Zo werd Hardonk kwaad over “het bewijs voor de achterlijkheid ” van het toenmalige Apeldoorn door een voormalige burgemeester toen deze in 1975 een stuk had geschreven over een doorwaadbare plaats bij de Grift. De ex-burgemeester had zich echter niet laten inlichten want Hardonk wist dat er wel degelijk een brug had gelegen. Dat een burgemeester een dergelijke indruk van zijn gemeente toonde was duidelijk teveel voor Hardonk.

Daarna werd hij boos over de verkeerde voorlichting over papiermolens in de gemeentegids 79/80 met een voorwoord van burgemeester Dijckmeester.

Op 25 maart 1978 stond er in de Apeldoornse Courant een naar de mening van Hardonk een nogal warrig artikel over de Peerdekule voor de fonteinen van Paleis ’t Loo. De conclusie van Hardonk was “Het is onbegrijpelijk dat er nog steeds lieden zijn, die argeloze lezers dergelijke onzin durven voor te zetten”.

Samen met Moerman maakte hij zich al boos over de aanpak van de slakkenhoop in het Orderbos.

Het vernielen van een fles tussen Hoog Soeren en de halte Assel was volgens Hardonk het gevolg van verkeerd beleid bij een wegomlegging. Daarnaast maakte hij zich terecht boos over het verkeerde gebruik van de naam Assel voor de halte aan de Pomphulweg. Die naam was al eeuwen in gebruik voor de nog steeds bestaande hoeve Assel, die tegenwoordig Haslo genoemd wordt. Een staaltje van geschiedvervalsing waar Hardonk zich terecht druk om kon maken.

Een ander opmerkelijk staaltje van kritiek was op de schrijver Jac. Gazenbeek.
Deze had in 1966 een boek “De Veluwe” uitgegeven, waarop Hardonk een enorme commentaarlijst heeft geschreven met duidelijk aangegeven fouten en onwaarheden. Na een blad vol commentaar heeft hij het er maar bij gelaten. Er waren waarschijnlijk teveel fouten.

Nadien is er een wandelpad naar Gazenbeek vernoemd.

 h49 Hardonk boos op Gazenbeek 1   Copy

Wandelpad vernoemd naar Gazenbeek.

Dit ging Hardonk te ver en hij schreef er het volgende over: “Het is volkomen onjuist dat Gazenbeek een Veluwekenner bij uitstek geweest zou zijn. Deze persoon is helaas veel te veel in het zonnetje gezet. Gazenbeek heeft over de historie van de Veluwe een massa onzin geschreven, waarmee we nu nog in onze maag zitten. Het valt dan ook ten zeerste te betreuren, dat men een prachtige afwisselende wandelroute op de Veluwe naar een dergelijke figuur als Gazenbeek gemeend heeft te moeten noemen”.

Uiteraard maakte Hardonk zich als molen- en sprengenkenner erg veel zorgen over de grondwaterstanden. Iets dat we anno 2022 helaas maar al te goed herkennen.
Hij schreef over dit onderwerp het volgende :

"Het gevaar dreigt dat de Apeldoornse sprengen eerlang zullen verdrogen. De oorzaak is het steeds meer onttrekken van water uit de bodem door middel van pompen, zowel voor fabrieken als voor de stedelijke watervoorziening. Dit vertelde in oktober 1954 de stadsgeschiedschrijver van Apeldoorn R. Hardonk in een lezing ter plaatse. Spreker merkte op dat enkele sprengen reeds nu bijna het hele jaar zonder water zijn en vreesde dat er andere zouden volgen. Dat de stadsgeschiedschrijver steeds meer gelijk krijgt, blijkt weer eens overduidelijk uit het bijgaand bericht, dat onder de kop “Ugchelse spreng drooggevallen” voorkomt in de N.A.C. van 10 november 1977.
Aan het eind van het bericht lezen we dat men de hoogste klassen van de lagere school wil benaderen met een lesprogramma over de historie van onze sprengen en beken. Het is te hopen dat dit op een werkelijk deskundige wijze mag geschieden want aan een juiste voorlichting over het ontstaan van onze beken ontbreekt het nogal eens!".

 h50 1976 verdroging beken   Copy

Grondwaterstanden 1971-1976

Hardonk gaat hier verder met een voorbeeld:
“Dit blijkt helaas ook weer in het in 1976 verschenen boek “Ontdek de Veluwe”, waarin o.a. over de aanleg van beken en sprengen en eveneens over de watervoorziening voor de cascaden en fonteinen van Het Loo heel vreemde dingen worden verteld, die de waarheid geweld aandoen!”.

Hardonk refereert hier aan het in 1976 verschenen boek ‘Ontdek de Veluwe dat vanuit de I.V.N. door Sietzo Dijkhuizen e.a. is gepubliceerd. Helaas heeft Hardonk niet vermeld op welke punten het boek volgens hem in de fout ging.

Zijn overlijden

Op 13 maart 1983 is Hardonk vanuit zijn woning naar het Julianaziekenhuis vervoerd. Volgens een buurjongen was hij al enkele dagen ziek geweest en moest hij via het balkon door de brandweer vanaf de 1ste verdieping naar beneden getransporteerd worden. Na een ziekbed van bijna anderhalve maand is hij op 2 mei 1983 overleden.

 h51 1983 julianaziekenhuis

Nota van de gemeente voor het vervoer per ambulance.

De Moeflonstraat maakte deel uit van de kerkelijke gemeente Apeldoorn West waar Berg en Bos en Hoog Soeren deel van uitmaakten. Dominee Oskamp was toentertijd de Predikant van deze gemeente en de kerkdiensten waren in de aula van het Christelijk Lyceum aan de Jachtlaan.

Hardonk was zeer kerkelijk betrokken. Volgens een vroegere buurjongen kerkte hij regelmatig op de Asselsestraat in de Goede Herderkerk waar Ds. Folkertsma de predikant was. Deze dominee stond bekend als de dominee met de geitenwollen sokken. Zelf heb ik beide dominees ook goed gekend en het waren zeer aangename mensen. De Asselsestraat was voor Hardonk goed te voet bereikbaar en dat zal de reden voor zijn voorkeur geweest zijn.

 h52 1983 Oskamp over Hardonk   Copy

Overlijdensbericht door Ds. Oskamp in het kerkblad Perspectief..

Dominee Oskamp karakteriseerde Hardonk als “een wat eenzelvige man die weinig mensen nodig had maar daarom niet voor zichzelf leefde zoals uit allerlei dingen bleek”.

Hardonk is begraven op het kerkhof aan de Soerenseweg in hetzelfde graf waar zijn jongste broer Laurens Johannes eerder al begraven was.

1 Begraafplaats Soerenseweg

 Ingang van de begraafplaats aan de Soerenseweg

3 Het graf van Reinier Hardonk

Graf van Reinier Hardonk en zijn broer Laurens Johannes. Prachtig onderhouden door de vrijwilligers van deze begraafplaats.

4 De grafsteen

Grafsteen van Reinier Hardonk en zijn broer Laurens Johannes.

Het testament

Hardonk had bepaald dat hij zijn archief niet in de Gemeente Apeldoorn wilde laten opnemen. Dat was zeer bijzonder want bijna zijn gehele archief bevatte informatie over Apeldoorn.

Hij had er echter een bijzondere reden voor en dat had te maken met het Moerman museum.

Omstreeks 1976 werd het Moerman museum aan de Loolaan afgebroken. De villa Marialust werd in 1978 na een grondige restauratie in gebruik genomen door het historisch museum "Moerman".
Hardonk was erg enthousiast toen het gemeentemuseum werd omgedoopt in “Historisch Museum Moerman”. Hij beschouwde dat als eerbewijs voor zijn in 1965 overleden vriend en leermeester Jacob Moerman.

 h54 moerman wordt marialust   Copy

Moerman wordt Marialust.

Zeer verbitterd werd hij echter toen het gemeentebestuur deze postume waardering voor Moerman weer terugnam en de naam van het museum later werd gewijzigd in “Historisch Museum Marialust”.

In zijn verbittering schreef hij het volgende:

“Het is een enorme blunder geweest, zowel van het Gemeentebestuur van Apeldoorn als van de vereniging Felua, om de naam "Historisch Museum Moerman" te doen wijzigen in "Historisch Museum Marialist".
Het vormt een duidelijk bewijs, dat de hierbij betrokken instanties niet het minste begrip hebben gehad van de grote betekenis die de persoon van J.D. Moerman, zowel voor de praehistorie als voor de latere geschiedenis van Apeldoorn heeft gehad.
Men kan de houding van bovengenoemde instanties in deze zaak niet anders aanduiden als dom, kortzichtig en minderwaardig! Getekend R. Hardonk”.

Na het overlijden van Hardonk was zijn vriend Willem Terwel uit Epe de executeur testamentair. Terwel was net als Hardonk zeer geïnteresseerd in watermolens en beken en sprengen maar deed zijn onderzoek voornamelijk in Vaassen en Epe. Beide mannen waren gedurende 30 jaar goede vrienden.
Terwel was uiteraard op de hoogte van de problemen die Hardonk met het Gemeente Bestuur van Apeldoorn had maar heeft desalniettemin toch het hele archief naar Apeldoorn laten overbrengen. Dat was uiteraard de beste oplossing. Na het overlijden van Terwel heeft zijn weduwe een restant van het archief, dat over Vaassen ging, onder andere bij een particulier in Vaassen overgebracht.

Uiteindelijk is het grootste gedeelte van het archief, bestaande uit 41 archiefdozen waarvan de meeste 2 dikke ordners bevatten, in het archief bij CODA terechtgekomen.

 h55 P1050253

Enkele archiefdozen uit het CODA archief van Hardonk.

Dit archief is in de loop der jaren uitvoerig door diverse onderzoekers geraadpleegd. Uiteindelijk is het tijdens werkzaamheden in een tussendepot terechtgekomen en was het niet meer toegankelijk. Na een uitgebreide zoektocht is het weer terechtgekomen en daarna door medewerkers van CODA uitstekend gedocumenteerd en in zuurvrije enveloppes opgeslagen.

We mogen ons Hardonk herinneren als een, misschien wat eenzelvige, man met een enorme toewijding aan de Apeldoornse geschiedenis. Zijn nalatenschap, gedrevenheid en enorme inzet kan niet genoeg gewaardeerd worden.