Paragraaf index

OUDE KERK AAN DE DORPSSTRAAT

Wanneer we schrijven ,‚oude", dan is dat zeker niet teveel gezegd, want van alle gebouwen van Apeldoorn was deze kerk zeker wel het oudste, omdat zij reeds bestond vóór het kasteel „Het Oude Loo".
Waarschijnlijk gesticht in het begin der dertiende eeuw, en gewijd aan Maria, de Moeder Gods, was zij van dezelfde bouworde, doch grooter dan de nog bestaande kerk te Beekbergen.
Deze kerk was, door de eeuwen heen, het middelpunt van het kerkelijk en maatschappelijk leven onzer voorouders. Zij lag, volgens één onzer schrijvers, als een kloekhen, in wier schaduw zich de lage huizen nestelden.
Het was een voor dien tijd groot en statig gebouw; de toren kenmerkte zich door een uitgebouwde kleine- of traptoren, zooals er nog enkele op de Veluwe. o.a. te Lunteren, voorkomt.
Het koor was er in een latere eeuw aangebouwd, en volgens J. Bertel I.zn., die in 1860 bovenmeester van de school aan het Kanaal was, geschonken door de zeven eigen boerderijen, waaruit van ouds de buurtschap Wormen bestond. Dit als voldoening eener gelofte, gedaan ten tijde, dat een zware pestziekte, „de zwarte dood", deze landen teisterde.
Wanneer hun buurtschap en het kerspel Apeldoorn gespaard bleven, dan zou het koor verrijzen. En zie…… de Engel des verderfs ging voorbij, en in deze landpalen werd geen enkel offer geëischt.
Het koor verrees in vollen luister, als een getuigenis van kinderlijk geloof en dankbare vervulling eener gedane belofte.
In 1354 stond de geheele Veluwe in vuur en vlam, tengevolge van de twisten tusschen de broeders Reinald en Eduard van Gelder om de Hertogskroon dezer landen.
Op een der dagen in Juni van dat jaar had er een groote volksvergadering bij de kerk te Apeldoorn plaats, waar de Iandslieden en dorpers van de geheele Veluwe samenkwamen en werden toegesproken door Karel Meinhards, onderbevelhebber van Frederik van Heeckeren, hoofdman van Reinald van Gelder, die alle dorpers, hofhoorigen en lijfeigenen vrijstelling
beloofde van schatting, tienden en heerendiensten, zoo zij wilden vechten voor Reinald tegen Eduard, welke laatste werd bijgestaan door alle Geldersche Edelen en ridders, onder aanvoering van Willem v. Bronkhorst.
Vol geestdrift liep het landvolk te zamen. Het werd een vrijheidsoorlog, die begon met de verovering van het aloude kasteel „De Horst" te Loenen en gevolgd werd door dan gedenkwaardigen slag op den Vrijenberg.
Op den morgen van den 19en Juni 1354 stonden duizenden Veluwnaren, ook uit Apeldoorn, in slagorde geschaard aan den voet van den heuvel, en op dien zelfden morgen trokken 300 geharnaste Edelen uit de poort van Arnhem, later gevolgd door de gilden en poorters uit die stad, die aan de zijde der Edelen streden.
Spoedig kwam het tot een treffen. De eerste aanval was een nederlaag voo de Edelen, maar op het verdere van den dag keerde de kans en waren de duizenden dorpers, slechts gewapend met zeisen, dorschvlegels en hooivorken, niet bestand tegen den kleinen, doch welgewapenden troep Edelen. Aan den avond van dien dag bedekten 500 gesneuvelde dorpers en 100 Edelen het slagveld op den berg en was de nauwelijks

OUDE KERK AAN DE DORPSSTRAAT

verrezen vrijheidszon weer ondergegaan in een zee van bloed en tranen, en dat voor eeuwen.
Wat al historische herinneringen zijn aan dezen grijs-bemesten toren en kerk verbonden! Met wat schrik en doodsangst in het hart zal deze zijn beklommen om te spieden en te melden de nadering van de bloeddorstige Spanjaarden, die, na den moord en de plundering van Zutphen onder Don Frederik in 1585, op hun terugkeer naar het Sticht, Apeldoorn geheel verbrandden. Toen bestond de kom van het dorp, behalve uit de kerk en de pastorie, uit slechts zeven steenen huizen.
Hier in deze kerk werd voor het eerst de „neye leere" gepredikt in het jaar 1590 door den eersten predikant, Dominé Theodori, die niet beroepen, maar gezonden was door de Staten van Gelderland en het Hof te Arnhem, ter vervanging van den afgezetten pastoor.
Dit kerkgebouw werd meermalen door brand geteisterd, waardoor helaas veel van het oude archief. dat in den toren bewaard werd., is verloren gegaan. Voor het laatst werd deze toren door den bliksem getroffen in 1812 en verbrandde toen de hooge spits‚ waaraan het rijmpje te danken was: ,‚Apeldoorn spits van toren".
In 1840 gaf Koning Willem I een nieuw kerkgebouw aan de Hervormde Gemeente en werden, nadat dit in gebruik was genomen, de oude kerk en toren voor afbraak verkocht.

l06 oudekerk2

OUDE KERK AAN DE DORPSSTRAAT II

Het orgel, door Prins Willem V en de door het volk zoo geliefde Prinses Willemijntje aan de kerk geschonken, werd door den Koning aan de kerk te Beekbergen gegeven, waar het nog altijd in gebruik is. De marmeren buste van Admiraal van Kinsbergen werd in de vestibule van het Raadhuis geplaatst. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Hier in en om deze kerk werd, gedurende vele eeuwen, ons voorgeslacht begraven. Hier gold het van vele familiegraven: „stof, door eeuwen saamgelezen‚ houdt hetzelfde graf bewaard".
Het ruimen der eigen graven geschiedde des nachts onder toezicht van Burgemeester van Rhemen, en velen werden overgebracht naar de begraafplaats aan de Loolaan, welke door de gemeente in 1825 is aangelegd en in 1923, dus na bijna een eeuw, is gesloten.
Wonderlijke tegenstelling en beeld der vergankelijkheid van al het aardsche! Hier op deze zelfde plek, die eeuwenlang geheiligd was door kerk en kerhof‚ hier, op de graven van het voorgeslacht, dansten de nakomelingen met kermis en jaarmarkt!

„Dan woelde en krioelde het alles dooreen.

En aan lijden en sterven, daaraan dacht er geen!"

Met deze kerk verdween het oudste en schoonste gebouw uit het hart van Apeldoorn, en velen hebben het later betreurd en betreuren nog het verlies van dezen eersten tempel.

l07 oudekerk3

OUDE KERK AAN DE DORPSSTRAAT III