Paragraaf index

HOUTJES HUIS

Daar, waar nu het vriendelijk complex staat, het z.g. .‚Houtjes-dorp", stond voorheen een boerenhuis met omliggende landerijen, het type van een echte Geldersche boerenwonìng, zooals er vele in dezen omtrek stonden of nog staan, verscholen tusschen opgaand geboomte en gelegen vlak aan den heiderand.
Dit was één van de plaatsen, die door noesten arbeid op de heide ontgonnen waren, waar de bewoners dus naast en van de heide leefden.
Toen de verschillende markgronden nog niet verdeeld waren, was in deze streken de schapenteelt een voornaam middel van bestaan. En de schapenmest‚ vermengd met heideplaggen, diende als de eenige, doch wel wat zuinige bemesting van het bouwland, waarop aardappels, rogge en boekweit verbouwd werden.
Het was voor den boer in die dagen, toen de kunstmest nog niet bekend was, een sober bestaan met harden arbeid. Maar vrij, als een vogel in de lucht, leefde daar een stoer en krachtig geslacht, dat ook voor zijn kinderen plaats genoeg vond. om zich zelfstandig te vestigen. De heide was groot en de markgronden hadden luttele waarde.
De laatste bewoner dezer plaats was een zekere Houtjes, een stille, eigenaardige man, die bekend stond als „in goeden doen” te zijn. Het huis was afgelegen en op een morgen ontdekte men, dat een misdadige hand een eind aan het leven van dezen eenvoudigen man had gemaakt. Een schot, van buiten door het raam van de keuken gelost, herinnerde aan de
rooverbenden, die vroeger de Veluwe onveilig maakten.
Het huis werd afgebroken.
Nu spelen de kinderen van Houtjesdorp op de plaats, waar vroeger Houtjes huis stond.

HOUTJES HUIS